Een Eigendomsakte bevat informatie over de eigenaar en de notariële akte oftewel de akte van levering.
Historie van de Eigendomsakte, van geschreven naar digitaal
1832
In 1832 startte het Kadaster met 54 locaties door heel Nederland. Vanaf 1 oktober 1838 werd vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek dat wanneer onroerend goed gaat veranderen van eigenaar of er wordt een zakelijk recht gevestigd en dit is vastgelegd in akten, dat die akten overgeschreven moeten worden in de openbare registers van het Kadaster. Bij de indiening van zo’n akte bij het Kadaster werd dat vermeld in het hypotheekregister 1 (Dagregister). Dit voor de bepaling van het aktenummer en de overgang van het juridische eigendom van het onroerende goed.
De akten werden overhandigd aan schrijvers die in dienst waren bij het Kadaster. Die vervolgens de akten letterlijk overschreven in het hypotheekregister nummer 4 (Hyp 4). In die tijd was het nog niet mogelijk om een kopie ervan te vervaardigen.
Het register bestaat uit boekwerken met een oplopend nummer. Binnen die boekwerken zijn bladen opgenomen met wederom een oplopend nummer per ingeschreven akte. De nummering van het hypotheekregister nummer 4 ligt gelijk aan de nummering in het hypotheekregister 1. Het hypotheekregister nummer 4 bestaat nu nog steeds en dat zie je ook aan het inschrijvingskenmerk van het Kadaster aangegeven door “Hyp4”.
De schrijvers die in dienst waren bij het Kadaster werden betaald per geschreven regel. Dus hoe meer regels geschreven werden hoe meer men kon verdienen! Dit resulteerde erin dat het handschrift soms zo schuin was dat men nauwelijks de geschreven teksten kon lezen. Dit is later aangepast met de opdracht aan de schrijvers dat ze een minimaal aantal lettergrepen per regel moesten schrijven.
1950
Vanaf 1950 werden de akten niet meer overgeschreven maar door het notarissen ingediend in een getypte vorm op speciaal door het Kadaster geleverde papier. Dit zorgde voor een veel duidelijker te lezen tekst en ook eenvoudig om een kopie ervan te maken. De wijze van nummering van de akten bleef ongewijzigd. Nog steeds oplopende boekwerken met een oplopende nummering van de akten. In totaal werden maximaal 200 bladen in de boekwerken opgeslagen.
1980
Vanaf de intrede van de moderne tekstverwerkers is het met de ontwikkeling van de vulling van het hypotheekregister 4 erg snel gegaan. Eerst werd de tekst nog overgetypt bij de notariskantoren. Vanaf ongeveer 1980 werd de tekst uitgeprint door tekstverwerkers op het speciale papier van het Kadaster. Zodat het rechtstreeks in de boekwerken kon worden opgeslagen.
Heden
De ontwikkelingen gaan hard in deze digitale tijd. Zo ook bij het Kadaster. Na een ontwikkel- en test periode van ongeveer 3 jaar kunnen de akten vanaf 2005 digitaal ingeleverd worden via zeer ingewikkelde versleutelde protocollen. Werkwijze is dat de notaris een proces opstart waarbij na ondertekening van de akte, deze via de digitale snelweg wordt verzonden naar het Kadaster. Na ontvangst en goedkeuring wordt direct de verwerking van de akte binnen de registratie van het Kadaster opgestart. De notaris ontvangt per ommegaande het registratiekenmerk aan de hand van een verklaring die ook opgenomen wordt onderaan de akte die opgenomen is in het digitale hypotheekregister nummer 4 (Hyp 4). Aan het eind van 2020 werd door 81% van de notarissen dit geautomatiseerde systeem gebruikt.
Oh ja, inmiddels is het aantal Hyp4 registers gedaald vanaf 54 naar 1. Door de automatisering worden er geen boekwerken meer gevuld maar bestanden van de akten worden opgeslagen in het digitale hypotheekregister nummer 4. Vandaar dat er ook nog maar één landelijk register is.