direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1138-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

Het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" is op 2 juli 2013 door de raad vastgesteld. Tegen dit besluit is beroep ingesteld door een aantal apellanten. Uiteindelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 april 2015 een uitspraak gedaan. Op basis van deze uitspraak dient het plan op enkele punten aangepast te worden.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt door enkele nieuwe initiatieven en andere gewenste aanpassingen te verzamelen en locaties te herbestemmen. Door dit allemaal in een zogenaamd "veegplan" te combineren wordt voorkomen dat een groot aantal bestemmingsplannen op perceelsniveau ontstaat.

Door deze manier van werken wordt voor alle gewenste ontwikkelingen eenzelfde procedure doorlopen. Het werken met veegplannen zorgt voor een efficiëntere en snellere manier van het afhandelen van initiatieven tot ruimtelijke ontwikkeling.

1.2 Plangebied

Het plangebied komt overeen met het plangebied van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen". Hiervoor is gekozen omdat er enkele aanpassingen generiek doorgevoerd moeten worden, dat wil zeggen in het gehele buitengebied.

1.3 Aanpak

De verschillende aanpassingen zullen hieronder stuk voor stuk beschreven worden.

Allereerst zullen de gevolgen naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandeld worden. Daarna komen de overige gewenste ruimtelijke ontwikkelingen aan bod.

Telkens wordt daarbij aangegeven waarom voor bepaalde plandelen een aanpassing gewenst is. Vervolgens wordt aangegeven op welke wijze deze aanpassing in het plan opgenomen is.

1.4 Geldende bestemmingsplannen

Voor het overgrote deel van het plangebied is het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" van kracht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter in haar uitspraak van 22 april 2015 aangegeven, dat zij voor een aantal plandelen het besluit van de raad van de gemeente Haaksbergen van 2 juli 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" vernietigt. Hierdoor is voor die plandelen het "onderliggende" bestemmingsplan "Buitengebied" uit 2000 nog steeds van kracht. Voor enkele ondergeschikte plandelen zijn nog andere partiele bestemmingsplannen van kracht.

1.5 Leeswijzer

Na deze inleiding vormen de hoofdstukken 2 en 3 het hart van deze toelichting. Daarin wordt namelijk precies aangegeven voor welke plandelen een nieuwe regeling in dit bestemmingsplan is opgenomen.

Hoofdstuk 2 Gevolgen naar aanleiding van uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State

2.1 Inleiding

De gemeenteraad van Haaksbergen heeft op 2 juli 2013 het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit stelden verschillende partijen beroep in. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State deed op 22 april 2015 uitspraak. Naar aanleiding daarvan worden de onderdelen 'Hambree 13-Z' en 'Gronden die in het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied' bestemd waren voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'' in het voorliggende plan meegenomen.

Dit hoofdstuk bespreekt de betreffende onderdelen uit de uitspraak van de Afdeling en geeft aan op welke wijze deze in dit bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' zijn verwerkt. De volledige tekst van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is als Bijlage 1 bij dit bestemmingsplan gevoegd.

2.2 Hambree 13-Z

Het plandeel met de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' voor het perceel Hambree 13-Z

Voor het plandeel met de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' van het perceel Hambree 13-Z is beroep ingesteld bij ABRS. In het beroep stelt appellante dat ten onrechte geen woonbestemming is toegekend aan haar perceel. Hiertoe voert zij onder meer aan dat zij het gebouw op het perceel reeds sinds 1994 permanent bewoont en dat de raad heeft miskend dat het voorheen geldende uitbreidingsplan, gelet op artikel 9.3.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Invoeringswet Wro), per 1 juli 2013 van rechtswege is vervallen. Gelet hierop gold ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan op 2 juli 2013 geen planologisch regime, zodat het bestaande gebruik van het gebouw voor woondoeleinden volgens haar was toegestaan en reeds daarom als zodanig bestemd had moeten worden.

De Afdeling overweegt als volgt:

"71.1. Ingevolge artikel 9.1.4, eerste lid, van de Invoeringswet Wro wordt een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) (hierna: WRO) gelijkgesteld met een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wro.

Ingevolge artikel 9.3.2, eerste lid, worden plannen, regelingen en voorschriften die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge artikel 10 van de Overgangswet ruimtelijke ordening en volkshuisvesting of ingevolge enige andere wettelijke bepaling geacht werden bestemmingsplannen in de zin van de WRO te zijn gelijkgesteld met plannen als bedoeld in artikel 9.1.4, vierde lid.

Ingevolge het tweede lid vervallen de plannen, regelingen en voorschriften, bedoeld in het eerste lid, vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

71.1.1. Ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Overgangswet ruimtelijke ordening en volkshuisvesting werden bijzondere voorschriften ter bepaling van voor- of achtergevelrooilijnen, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bouwverboden, als bedoeld in artikel 35, plannen van uitbreiding, als bedoeld in paragraaf 7, met daarbij behorende bebouwingsvoorschriften en voorschriften, als bedoeld in artikel 43 der Woningwet 1901, geacht bestemmingsplannen in de zin van de WRO te zijn.

71.2. Op het perceel Hambree 13-Z staat een gebouw met een oppervlakte van 144 m2  en een inhoud van ongeveer 583 m3. Uit het deskundigenbericht volgt dat op 7 december 2006 een persoonsgebonden gedoogbeschikking is verstrekt ten behoeve van de permanente bewoning van dit gebouw. Aan het perceel Hambree 13-Z is thans de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' en de aanduiding 'bouwvlak' toegekend.

71.3. Vaststaat dat in het bestemmingsplan 'Buitengebied' dat is vastgesteld door de raad op 29 november 2000 aan het perceel Hambree 13-Z een woonbestemming was toegekend, doch dat het college van gedeputeerde staten bij besluit van 22 juni 2004 in zoverre goedkeuring heeft onthouden aan het besluit van de raad van 29 november 2000 en dat het besluit van het college van gedeputeerde staten met betrekking tot het perceel Hambree 13-Z bij uitspraak van 2 november 2005, in zaak nr. 200405782/1 onherroepelijk is geworden. Niet in geschil is dat voor het perceel Hambree 13-Z derhalve weer moet worden teruggevallen op het plan 'Plan van Uitbreiding Haaksbergen, plan in onderdelen Zomerhuisjes 2', dat door de raad is vastgesteld op 28 juni 1963 en door het college van gedeputeerde staten is goedgekeurd op 7 september 1964 (hierna: het Uitbreidingsplan). Hierin was aan het perceel Hambree 13-Z de bestemming 'zomerhuisjes A' toegekend.

71.4. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 10 maart 2010 in zaak nr. 200907266/1/H1), moet uit de artikelen 9.3.2 en 9.1.4, vierde lid, van de Invoeringswet Wro, in onderlinge samenhang bezien, worden afgeleid dat de onder de Woningwet 1901 tot stand gekomen uitbreidingsplannen hun rechtsgevolg behouden tot vijf jaar na inwerkingtreding van de Wro. Dit betekent dat het Uitbreidingsplan zijn rechtsgevolg per 1 juli 2013 heeft verloren. Gelet hierop gold ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan op 2 juli 2013 geen planologisch regime meer voor het perceel Hambree 13-Z. De raad heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij dit bij de vaststelling van het bestreden besluit niet heeft onderkend en dit derhalve niet in zijn belangenafweging heeft betrokken. Nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' voor het perceel Hambree 13-Z niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Gelet op voorgaande is het beroep van appellante gegrond en behoeven haar overige beroepsgronden geen bespreking meer.

71.5. Om te voorkomen dat na de vernietiging van het plandeel met de bestemming "Recreatie - Recreatiewoning" voor het perceel Hambree 13-Z ter plaatse geen planologisch regime geldt, ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat het Uitbreidingsplan ter plaatse geldt tot de inwerkingtreding van het nieuw vast te stellen bestemmingsplan."

Planaanpassing

Conform bestaande jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) moet legaal gebruik in beginsel positief worden bestemd. Ten tijde van de vaststelling van het vorige bestemmingsplan op 2 juli 2013 gold er voor het perceel Hambree 13 -Z geen bestemmingsplan. Dat betekent dat de permanente bewoning op dat moment moest worden geacht legaal te zijn en had als zodanig moeten worden bestemd. Deze omissie wordt in onderhavig bestemmingsplan hersteld.


Er is geen aanleiding om daar bij de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan van af te zien. Er bestaan geen nieuwe inzichten die maken dat permanente bewoning niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, aangezien in de tussentijd in planologische zin niets is veranderd. Daarnaast rechtvaardigen de gevestigde rechten en belangen van de eigenaar van het perceel de huidige bestemmingsregeling. Het gaat om reeds benutte planologische mogelijkheden waaraan eerbiedigende werking dient te worden toegekend.


Verder is de gekozen bestemmingsregeling niet in strijd met artikel 2.12.4 van de Omgevingsverordening Overijssel 2009. Aan het perceel wordt geen woonbestemming toegekend. Ook werd met de vaststelling van het vorige bestemmingsplan op 2 juli 2013 niet voorzien in een wijziging van een geldend bestemmingsplan. Er was toen simpelweg geen geldend bestemmingsplan, zodat het artikel toepassing mist. Dat de Afdeling naderhand in haar uitspraak van 22 april 2015 bij wijze van voorlopige voorziening heeft bepaald dat tijdelijk het "Plan van Uitbreiding Haakbergen, plan in onderdelen Zomerhuisjes 2" geldt, doet aan het voorgaande niet af. Het betreft een noodoplossing en dient enkel om te voorkomen dat voor het perceel Hambree 13-Z geen planologisch regime geldt totdat het nieuwe onderhavige bestemmingsplan wordt vastgesteld.


Indachtig de uitspraak van ABRS is er voor gekozen om voor het perceel Hambree 13-Z binnen de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' op de verbeelding en in de regels op te nemen. Hiermee is bepaald dat permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0001.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0002.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

2.3 Gronden die in het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied' bestemd waren voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'

Voor de gronden die in het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied' bestemd waren als 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' is beroep ingesteld bij de Afdeling. In het beroep stellen appellanten dat ten onrechte de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' is toegekend aan gronden die in het ontwerpplan bestemd waren voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'. Bij besluit van provinciale staten van 3 juli 2013, dat onder meer betrekking had op de herbegrenzing van de Ecologische hoofdstructuur (hierna: EHS), zijn deze gronden aangewezen als 'uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura 2000'. Deze gronden maken deel uit van de EHS. Op grond van de Omgevingsverordening Overijssel, vastgesteld op 1 september 2009 en nadien meermalen gewijzigd, dient aan deze gronden een bestemming te worden toegekend die mede strekt tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ter plaatse aanwezige waarden. De bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' biedt geen, althans onvoldoende bescherming, aldus de appellanten.

Appellanten betogen verder dat de gronden die bij besluit van 3 juni 2013 zijn aangewezen als 'uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura 2000' ook daarvoor de status hadden van EHS. Dit is ook de reden geweest waarom aan deze gronden in het ontwerpplan de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' was toegekend, aldus de appellanten.


De Afdeling overweegt als volgt:

"33.2. In het ontwerpplan werd onderscheid gemaakt tussen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' en 'Agrarisch met waarden - Landschap'. De raad heeft bij het vaststellen van het plan aan de gronden met eerstgenoemde bestemming, de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' toegekend. De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' komt in het plan niet voor.


33.3. Ingevolge artikel 8, lid 8.1, onder c, van de planregels zijn de voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het reliëf, de kleinschaligheid, de openheid, de beplantingselementen (houtsingels en houtwallen).

Ingevolge artikel 8 lid 8.1, onder c, van de regels bij het ontwerpplan waren de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het reliëf, de kleinschaligheid, de openheid, de beplantingselementen (houtsingels en houtwallen), kwelgebieden, bijzondere graslanden en/of met deze biotopen samenhangende fauna.


33.4. Ingevolge artikel 2.7.1, van de Omgevingsverordening, zoals deze luidde ten tijde van belang, wordt daarin verstaan onder:

[…];

b. gebiedscategorie: typering zoals aangegeven op de kaart van een deelgebied van de EHS, bestaande uit:

i. bestaande natuur: gebied getypeerd door de aanwezigheid van grote natuurwaarden;

ii. nieuwe gerealiseerde natuur: gebied getypeerd door de geschiktheid voor verdere ontwikkeling van aanwezige of in potentie aanwezige natuurwaarden waarvoor de aankoop en/of functiewijziging van het gebied heeft plaatsgevonden;

iii. nieuwe nog niet gerealiseerde natuur: gebied getypeerd door de geschiktheid voor verdere ontwikkeling van aanwezige of in potentie aanwezige natuurwaarden maar waarvoor de aankoop en/of functiewijziging nog niet heeft plaatsgevonden;

[…];

Ingevolge artikel 2.7.3, tweede lid, strekken bestemmingsplannen:

a. uitsluitend tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van gebieden behorend tot de gebiedscategorieën bestaande natuur en nieuwe gerealiseerde natuur;

b. mede tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van gebieden behorend tot de gebiedscategorieën nieuwe nog niet gerealiseerde natuur en zoekgebied;

[…].


33.5. Bij besluit van 3 juli 2013 (PS 2013/412) hebben provinciale staten van Overijssel de Omgevingsvisie Overijssel geactualiseerd. Een onderdeel van deze actualisatie was de herbegrenzing van de EHS. Hierbij zijn gronden in de nabijheid van Natura 2000-gebieden aangewezen als 'uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura 2000'. Deze gronden maken deel uit van de EHS. Aan deze gronden is in het plan de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' toegekend. De Afdeling is van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat hij geen rekening behoefde te houden met het besluit van provinciale staten van 3 juli 2013. Het plan is immers vastgesteld op 2 juli 2013. Het standpunt van SNM Overijssel en SNM Haaksbergen dat deze gronden ook voor de herbegrenzing waren aangewezen als EHS is evenwel juist. Uit de kaart met de begrenzing van de EHS zoals van kracht voorafgaand aan de vaststelling van de herijkte EHS blijkt dat de gronden die op 3 juli 2013 zijn aangewezen als 'uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura 2000' ten tijde van het vaststellen van het plan waren aangewezen voor 'nieuwe natuur gerealiseerd' en 'nieuwe natuur: nog te realiseren'. Aan deze gronden diende de raad een bestemming toe te kennen die uitsluitend of mede strekt tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en (natuur)waarden. De bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' ziet op het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschapswaarden. Naar het oordeel van de Afdeling is de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' voor de gronden die in het ontwerpplan bestemd waren voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' in strijd met artikel 2.7.3, tweede lid, van de Omgevingsverordening. Het betoog slaagt."

Planaanpassing

Gelet op de uitspraak van de ABRS is ervoor gekozen om voor de gronden waaraan in het vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' is toegekend en die in het ontwerpplan bestemd waren voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap', wederom de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' op te nemen, dit indachtig de uitspraak van de ABRS.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke aanpassingen

3.1 Inleiding

In het buitengebied van de gemeente Haaksbergen zijn plannen voor een aantal kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen. Ook zijn een aantal ambtshalve aanpassingen gewenst.

3.2 Eibergsestraat 258

Op de locatie Eibergsestraat 258 is een danspaleis / discotheek gevestigd. Op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied', uit 2000, gold de bestemming 'Horecadoeleinden' met de aanduiding 'discotheek of bar-dancing toegestaan'. In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de bestemming 'Horeca' ogpenomen, waarbinnen horecabedrijven zijn toegestaan. Op basis van de begripsomschrijving is geen discotheek toegestaan. Per abuis is in het geldende bestemmingsplan geen aanduiding 'discotheek' opgenomen.

Planaanpassing

In voorliggend bestemmingsplan is daarom deze locatie alsnog opgenomen met de bestemming 'Horeca' en de aanduiding 'discotheek'. De aanduiding is ook in de regels van deze bestemming opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0003.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0004.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.3 Leemdijk 9

De locatie Leemdijk 9 betreft een woning met bijbehorende bebouwing. In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de locatie bestemd als 'Wonen'. Een deel van de vergunde bebouwing valt abusievelijk buiten het bestemmingsvlak 'Wonen'.

Planaanpassing

De locatie is in voorliggend bestemmingsplan opgenomen, waarbij het bestemmingsvlak 'Wonen' is vergroot, zodat alle bebouwing hierbinnen valt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0005.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0006.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.4 Broekdijk 20a

De locatie Broekdijk 20/20a betreft een agrarisch bedrijf. Aan de locatie is in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen', vastgesteld op 2 juli 2013, de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' toegekend. Echter, er is een tweede bedrijfswoning vergund op de locatie op 13 december 2011. Deze vergunde tweede bedrijfswoning valt buiten het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'.

Planaanpassing

Voor de locatie wordt in het voorliggende plan het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' zodanig aangepast, dat de vergunde tweede bedrijfswoning binnen het bestemmingsvlak komt te liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0007.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0008.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.5 Krakeelsweg ongenummerd

Voor Krakeelsweg ongenummerd is een woonbestemming opgenomen in het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013. Gezien de nieuwe situatie is het wenselijk om de vorm van het bestemmingsvlak 'Wonen' te wijzigen zodat alle bebouwing hierbinnen valt.

Planaanpassing

In het voorliggende plan wordt de vorm van het bestemmingsvlak 'Wonen' bij de locatie aangepast, zodat alle bebouwing van de nieuwe situatie hierbinnen komt te liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0009.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0010.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.6 Geukerdijk 102

Op de locatie Geukerdijk 102 is een agrarisch bedrijf gevestigd. In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de locatie bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' met de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 2' en 'intensieve veehouderij'. In artikel 4.2.2 onder e is aangegeven dat stallen maximaal 1 bouwlaag mogen bevatten ten behoeve van het houden van dieren. De nieuw gebouwde varkensschuur bevat een verdiepingsvloer. Daarom is voor deze schuur een aanduiding 'gestapeld' opgenomen waardoor het ter plekke wel is toegestaan dat de schuur een bouwlaag bevat voor het houden van dieren.

Planaanpassing

Voor de nieuw gebouwde varkensschuur wordt in het voorliggende plan een aanduiding opgenomen, waardoor ter plekke van deze schuur wel een verdiepingsvloer voor het houden van dieren is toegestaan. In de regels wordt deze aanduiding ook toegevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0011.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0012.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.7 Hassinkbrinkweg 10

In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de locatie Hassinkbrinkweg 10 bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 2'. Inmiddels zijn de landschapontsierende schuren gesloopt en ingezet voor een Rood voor Rood woning aan de Haarweg 46 in Haaksbergen. De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en het perceel dient een woonbestemming te krijgen. Daarom wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen. Het bestemmingsvlak wordt hierop aangepast.

Planaanpassing

In het voorliggende plan is voor de locatie de bestemming 'Wonen' opgenomen. Het bestemmingsvlak is hierop aangepast. Een terreingedeelte is nader aangeduid omdat daar vanwege een naastgelegen stalling en mestopslag geen geurgevoelige objecten zijn toegestaan. Voor de gronden waarvoor in het geldende plan de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' was opgenomen maar die op basis van het voorliggende plan buiten het bestemmingsvlak 'Wonen' vallen, wordt de omliggende agrarische gebiedsbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' met bijbehorende aanduidingen opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0013.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0014.jpg"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.8 Hoek Enschedesestraat/Morgensterweg

Ten zuiden van de hoek Enschedesestraat/Morgensterweg is sprake van bomenteelt met een bijbehorend gebouw. Ter plaatse geldt op basis van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, voor een deel van de gronden de bestemming 'Bos'. Deze bestemming wordt aangepast naar de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'. Voor de gronden waar de bomenteelt plaatsvindt wordt de functieaanduiding 'bomenteelt' opgenomen. Ter plaatse van het bestaande gebouw wordt een bouwvlak opgenomen.

Planaanpassing

Voor de gronden ten zuiden van de hoek Enschedesestraat/Morgensterweg wordt de bestemming 'Bos' aangepast naar 'Agrarisch met waarden - Landschap' met de aanduiding 'bomenteelt'. Ter plaatse van de relevante gronden wordt de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslagruimte' opgenomen. In de regels worden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' deze aanduidingen toegevoegd. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslagruimte' is een gebouw ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten van de bomenteelt toegestaan. De maximale afmetingen van het bestaande gebouw worden in de regels opgenomen. De landschappelijke inpassing wordt in de regels opgenomen als voorwaardelijke verplichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0015.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0016.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.9 Wargerinksweg 7

In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de locatie Wargerinksweg 7 niet meegenomen. Op de locatie is sprake van een agrarisch bedrijf met een kleinschalig kampeerterrein. Het kleinschalig kampeerterrein is op grond van het bestemmingsplan 'Buitengebied' uit 2000 tot stand gekomen. Nabij de locatie liggen agrarische gronden. In de gebiedsbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' is de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een kleinschalig kampeerterrein vernietigd. Alleen een bestaand kleinschalig kampeerterrein is binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en de gebiedsbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' toegestaan. Op de locatie Wagerinksweg 7 is al een bestaand kleinschalig kampeerterrein aanwezig. De betreffende percelen worden in het voorliggende plan opgenomen.

Planaanpassing

De locatie Wargerinksweg 7 wordt bestemd als 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en voor de omliggende gronden wordt gebiedsbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' opgenomen.

Voor het kampeerterrein wordt een aanduiding opgenomen. De aanduiding omvat het gebied waar kleinschalig kamperen toegestaan is. Voor dit perceel wordt specifiek opgenomen dat maximaal 15 kampeermiddelen zijn toegestaan.

Ook wordt het adres Wargerinksweg 7 opgenomen in de tabel bij 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met een maximale oppervlakte van 0,2 hectare.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0017.png"

Uitsnede veegplan 1

3.10 Terrein Diepemaat

Het bestemmingsplan voor dit terrein is ouder dan 10 jaar en dient meegenomen te worden in het voorliggende plan. Voor het terrein geldt een specifieke regeling. Deze kan worden overgenomen, rekening houdend met de plansystematiek van het plan Buitengebied.

Planaanpassing

In de bestemmingsomschrijving van Bedrijf is het bedrijf opgenomen in de tabel. Met behulp van aanduidingen is de huidige regeling verwerkt in het plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0018.png"

Uitsnede veegplan 1

3.11 Verlegging hogedruk gastransportleiding ten behoeve van aanleg N18

Ten behoeve van de aanleg N18 Brammeloweg moet de hogedruk gastransportleiding worden verlegd wegens technische redenen. Op basis van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is dat niet toegestaan. Daarom wordt de regeling hiervoor meegenomen in het voorliggende plan.

Ecologie

In verband met de verlegging van deze gasleiding en enkele andere verleggingen van gasleidingen is een natuurtoets uitgevoerd (Antea Group, Projectnummer 11191-275881, van 9 januari 2015). De natuurtoets is opgenomen in Bijlage 2. In de natuurtoets is de relevante verlegging 'modificatie 1' genoemd.

Uit de natuurtoets blijkt dat voor de werkzaamheden mogelijk enkele bomen worden gekapt en een watergang wordt aangetast. De voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de modificaties zijn, tenzij er bomen gekapt worden, tijdelijk van aard. Het karakter van de gebieden waar de werkzaamheden worden uitgevoerd wordt er, behalve door de eventuele kap van de bomen, niet blijvend door veranderd.

Indien de werkzaamheden in het vogelbroedseizoen worden uitgevoerd zijn mitigerende maatregelen voor vogels verplicht. Indien de werkzaamheden buiten het vogelbroedseizoen worden uitgevoerd zijn de mitigerende maatregelen voor vogels niet noodzakelijk. Er zijn mitigerende maatregelen van toepassing ter voorkoming van lichtoverlast op vleermuizen.

Voor alle dieren geldt natuurlijk de zorgplicht.

Flora- en faunawet: Er zijn mitigerende maatregelen ten behoeve van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet noodzakelijk.

Natura 2000: Het tracé ligt niet in een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde gebied, 'Buurserzand en Haaksbergerveen', ligt op circa 4 kilometer afstand. De modificatie heeft een beperkt effect en zijn gescheiden van de Natura 2000-gebieden door de kern Haaksbergen, wegen, waterwegen en spoorverbindingen. Voor de geplande modificatie is een voortoetsing aan de Natuurbeschermingswet niet aan de orde.

Ecologische Hoofdstructuur: Het tracé ligt niet in de Ecologische Hoofdstructuur. Voor de modificatie is een toetsing aan het Natuur Netwerk Nederland (NNN) daarom niet benodigd.

Aanbevelingen: Indien de werkzaamheden binnen het broedseizoen komen te vallen moeten de mitigerende maatregelen voor vogels uit paragraaf 5.3.1. van de natuurtoets, inclusief ecologische begeleiding, uitgevoerd worden. De mitigerende maatregelen uit de paragraaf 5.3.2. van de natuurtoets (vleermuizen) moeten uitgevoerd worden.

Externe veiligheid

Aangezien de voorliggende ontwikkeling een verlegging van een gasleiding betreft, is een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd (DNV GL Oil & Gas, Report No. 74105429, van 9 december 2014). De kwantitatieve risico analyse is toegevoegd in Bijlage 3. De resultaten zijn hierna weergegeven.

PR berekeningen: Het plaatsgebonden risico (PR) van het te verleggen leidingdeel van gastransportleiding N-569-81 voldoet aan de door de Nederlandse overheid in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen /4/ gestelde voorwaarde dat het PR op een afstand van vier meter gemeten uit het hart van de leiding, die een ontwerpdruk van 40 bar heeft, niet hoger is dan 10-6 per jaar. Ook voor de bestaande, ongewijzigde beschouwde leiding geldt dat het niveau van 10-6 per jaar plaatsgebonden risico niet wordt bereikt en dus wordt voldaan aan de voorwaarde dat er zich geen kwetsbare objecten binnen de risicocontour van 10-6 per jaar bevinden.

GR berekeningen: Het groepsrisico (GR) van gastransportleiding N-569-81 is vergeleken met de oriëntatiewaarde voor buisleidingen, zijnde F·N2 < 10-2 per km per jaar waarbij F de frequentie is van een ongeval met N of meer slachtoffers. De verhouding tussen de oriëntatiewaarde en de FN-curve wordt gekenmerkt door de overschrijdingsfactor, die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd (overschrijdingsfactor < 1) dan wel wordt overschreden (overschrijdingsfactor > 1). Het groepsrisico nabij de voorgenomen leidingverlegging van de gastransportleiding N-569-81 is zowel voor als na de verlegging kleiner dan de in het Besluit externe veiligheid buisleidingen /1/ gestelde oriëntatiewaarde. De maximale overschrijdingsfactor voor het beschouwde gedeelte van gastransportleiding N-569-81 in de huidige situatie bedraagt 0.0 (afgerond) en wordt gevonden bij 13 slachtoffers (N) en een frequentie (F) van 3.60·10-7 per jaar. De maximale overschrijdingsfactor voor het beschouwde gedeelte van gastransportleiding N-569-81 in de toekomstige situatie bedraagt 0.0 (afgerond) en wordt gevonden bij 13 slachtoffers (N) en een frequentie (F) van 3.69·10-7 per jaar.

Archeologie

Het nieuwe tracé van de gasleiding valt binnen een attentiezone rond een boerderij zoals dat is aangegeven op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart.

Ten behoeve van de N18 is er door (destijds) Oranjewoud een booronderzoek verricht. Bij dit booronderzoek is er geboord in een dubbele raai om de 50 m. De resultaten hiervan zijn weergegeven in de afbeelding 'Kaart archeologie gasleiding' (deze kaart is niet noord-zuid georiënteerd). Er is in de boringen geen intact bodemprofiel aangetoond en daardoor is besloten om geen vervolgonderzoek te verrichten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0019.jpg"

Afbeelding: Kaart archeologie gasleiding

De attentiecirkels rond historische boerderijen zijn indicatief. Het gaat om erven die reeds in de Late Middeleeuwen zijn vermeld en uit de lopende onderzoekspraktijk is gebleken dat sporen van oudere voorgangers vaak binnen een straal van circa 200 meter worden aangetroffen. Daarbij is ook gebleken dat deze dan liggen op hogere delen in het landschap, vaak onder een plaggendek op een dekzandrug onder een bouwlandkamp of een grotere es. Eventuele voorgangers van de betreffende erven zoals die op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart staan aangeduid, worden dan ook in westelijke richting verwacht en niet ter plaatse van de te verleggen gasleiding. Deze ligt op de verwachtingskaart van de gemeente in een zone met middelhoge verwachtingen waarvan een aanzienlijk deel in een beekvlakte. Daar zullen geen oudere erven geweest zijn. Dan resteert nog een vrijstellingsgrens van 5.000 m2 voor de middelhoge verwachtingszones. Met het tracé ontstaat niet meer dan 5.000 m2 verstoring.

Overigens, de kans is groot dat ook in de overige delen van de te verleggen gasleiding de bodem grotendeels is geroerd aangezien het om een en hetzelfde perceel gaat.

Op basis van bovenstaande is dan ook geen nader archeologisch onderzoek nodig.

Planaanpassing 

Voor de nieuwe ligging van de leiding wordt de dubbelbestemming 'Leiding' met de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' opgenomen. Sinds enige tijd hoeft deze aanduiding van de Gasunie niet meer te worden opgenomen, maar voor onderhavig plan doen we dat toch uit een oogpunt van plansystematiek.

De oude gasleiding is wegbestemd door de primaire bestemmingen op te nemen zonder een dubbelbestemming voor een gasleiding.

3.12 Hoek Veldzichtweg en Oude Boekeloseweg

In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is ten noorden van de hoek Veldzichtweg - Oude Boekeloseweg een bestemmingsvlak 'Wonen' opgenomen. Abusievelijk is de maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 5' opgenomen. Er is sprake van 6 bestaande woningen in plaats van 5.

Planaanpassing 

Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt opgedeeeld in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen'. Het totaal aantal bestaande woningen bedraagt 6. Voor een aantal woningen zijn maximale maatvoeringen aangegeven voor inhoud van de woning en de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0020.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0021.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.13 Alsteedseweg 64

Op basis van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, geldt voor de locatie de bestemming 'Detalhandel'. In de regels is in artikel 14.2.1 onder f een tabel opgenomen met de bestaande oppervlakte en de maximale oppervlakte. Hierin is een bestaande oppervlakte van 3.900 m2 opgenomen en een maximale oppervlakte van 5.000 m2. Dit stemt niet overeen met de werkelijkheid. Dit moet worden aangepast naar 4.793 m2 voor de bestaande oppervlakte en 5.330 m2 voor de maximale oppervlakte.

Planaanpassing

De tabel bij de bestemming 'Detailhandel' wordt aangepast, namelijk voor de bestaande oppervlakte wordt de maatvoering aangepast naar 4.793 m2 en voor de maximale oppervlakte naar 5.330 m2.

3.14 Hassinkbrinkweg 24

Voor de locatie is sprake van een agrarisch bedrijf. In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, heeft de locatie de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 2'. Het perceel krijgt een woonbestemming, waarbij het bestemmingsvlak wordt verkleind. De aansluitende grond krijgt de aansluitende gebiedsbestemming.

Planaanpassing

In het voorliggende plan wordt de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' gewijzigd in 'Wonen'. Daarbij wordt het bestemmingsvlak verkleind en krijgt de overige grond de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0022.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0023.jpg"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.15 Wissinkbrinkweg 52

In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, heeft de locatie de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 4'. Het perceel krijgt een woonbestemming, waarbij het bestemmingsvlak wordt verkleind. De aansluitende grond krijgt de aansluitende gebiedsbestemming.

Planaanpassing

In het voorliggende plan wordt de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' gewijzigd in 'Wonen'. Daarbij wordt het bestemmingsvlak verkleind en krijgt de overige grond de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0024.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0025.jpg"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.16 Broekheurnerweg 140

De locatie Broekheurnerweg 140 betreft een woning met bijbehorende bebouwing. In het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen", vastgesteld op 2 juli 2013, is de locatie bestemd als 'Wonen'. Een deel van de bebouwing en bijbehorende bouwwerken valt abusievelijk buiten het bestemmingsvlak 'Wonen'.

Planaanpassing

De locatie is in voorliggend bestemmingsplan opgenomen, waarbij het bestemmingsvlak 'Wonen' is vergroot, zodat alle bebouwing en bijbehorende bouwwerken hierbinnen vallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0026.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0027.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.17 Tweetal agrarische percelen op landgoed Het Lankheet

Voor twee agrarische percelen op landgoed Het Lankheet is mede namens de eigenaren van het landgoed het verzoek ingediend om de bestemming aan te passen naar 'Natuur'.

Het betreffen twee agrarische percelen (kadastraal bekend Sectie F nummer 2510, 2511 en 2234) die in het kader van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn aangewezen en via de subsidieregeling natuur en landschap voor functieverandering in aanmerking komen.

Op dit moment hebben de twee percelen een agrarische gebiedsbestemming. Deze percelen vallen dus binnen de EHS. Het is een opgave vanuit de doelstelling van de EHS om op beide percelen nieuwe natuur te realiseren (netto begrensd). Om de functiewijziging te bewerkstelligen is het in juridisch-planologische zin noodzakelijk om de bestemming te wijzigen naar 'Natuur'.

Uit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt bestaan er geen bezwaren om voor beide percelen de bestemming aan te passen naar de bestemming 'Natuur'. Beide percelen bevinden zich aan de rand van landgoed Het Lankheet en worden omzoomd door bestaande bos- en natuurpercelen. Daardoor is het logisch om deze percelen de bestemming 'Natuur' te geven. Ook milieutechnisch zijn er geen bezwaren om de bestemming aan te passen naar 'Natuur'. Er bevinden zich in de nabijheid van deze percelen geen agrarische bedrijven.

Planaanpassing

In het voorliggende bestemmingsplan wordt de bestemming van de twee percelen op landgoed Het Lankheet aangepast naar 'Natuur'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0028.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0029.png"

Uitsnede Buitengebied Haaksbergen Uitsnede veegplan 1

3.18 Archeologisch beleidskaart en erfgoedverordening

De gemeente heeft een archeologische beleidsadvieskaart laten opstellen (RAAP, juli 2009). Er kan onderscheid worden gemaakt in enerzijds archeologische waarden en anderzijds archeologische verwachtingswaarden. De bekende archeologische waarden zijn in het moederplan op de verbeelding aangegeven met een dubbelbestemming. De kaart met de verwachtingswaarden is in het moederplan opgenomen in een bijlage bij de toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1138-0002_0030.jpg"

Op 19 maart 2014 is de gemeentelijke Erfgoedverordening in werking getreden. Daarin is bepaald dat het verboden is om in een archeologisch monument of een archeologisch verwachtingsgebied de bodem dieper dan 40 cm onder de oppervlakte te verstoren. Dit verbod geldt niet als de verstoring plaatsvindt:

  • in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100.000 m2 of
  • in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 5.000 m2 of
  • in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 2.500 m2.

Verder is het verbod niet van toepassing indien in het bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen over archeologische monumentenzorg. In het veegplan worden de archeologische verwachtingswaarden op de verbeelding en in de regels opgenomen, zodat het archeologiebeleid integraal vertaald is in het bestemmingsplan. De verbodsbepaling uit de Erfverordening is dan niet meer van toepassing. In plaats daarvan geldt de verbodsbepaling van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is een aanlegvergunningstelsel opgenomen. De verbodsbepaling is alleen van toepassing op werken/werkzaamheden dieper dan 0,4 m én met een bepaalde oppervlakte (respectievelijk 100.000 m2, 5.000 m2 en 2.500 m2 bij lage, middelmatige en hoge verwachtingswaarden).

3.19 Rood voor Rood beleid 2015

Het in het moederplan opgenomen Rood voor Rood beleid betreft het beleid zoals vastgesteld op 8 april 2008. In 2011 heeft een evaluatie laatsgevonden. Dit heeft geleid tot een herziening van het Rood voor Rood beleid. De afgelopen jaren is dit beleid veelvuldig toegepast. Een evaluatie van het vastgestelde beleid in november 2013 liet zien dat er in de periode tussen november 2011 en november 2013 8.091 m² landschapsontsierende bebouwing is gesloopt. Daarvoor zijn 8 kavels uitgegeven waarvan 6 op de slooplocatie en 2 elders in het buitengebied. Hierdoor draagt Rood voor Rood bij aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

Voor die situaties waarbij een woning niet op de slooplocatie kan worden gerealiseerd zijn twee zoekgebieden aangewezen die geschikt zijn om Rood voor Rood woningen te realiseren. Dit zijn de Wissinkbrink en het deel van de Veldmaat, tussen de huidige kern en de Noordsingel. Daarnaast wordt een vereenvoudiging van de regels nagestreefd.

De staffel van de te slopen bebouwing ziet er als volgt uit:

bouw maximaal   sloop minimaal  
1 woning max 750 m3 met een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen van max 150 m2   1.000 m2 aan bebouwing of 5.000 m2 aan kassen  
1 woning max 1.000 m3 met een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen van max 200 m2   1.500 m2 aan bebouwing  
2 woningen elk max 750 m3 met elk een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen van max 150 m2   2.500 m2 aan bebouwing  
2 woningen elk max 1.000 m3 met elk een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen van max 200 m2   3.000 m2 aan bebouwing  

Deze woningen zijn extra ten opzichte van de reeds aanwezige bedrijfswoning(en).

Het doel van Rood voor Rood in Haaksbergen blijft het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied. Dit wordt bereikt door het slopen van (landschapsontsierende) bebouwing en het op de juiste manier landschappelijk inpassen van de compensatiekavels.

In het moederplan waren het Rood voor Rood beleid en het VAB beleid opgenomen in één bijlage. In het veegplan is het Rood voor Rood beleid opgenomen in een aparte bijlage. Het VAB beleid is nog steeds opgenomen in de bijlage waarin ook het oude Rood voor Rood beleid is vermeld. Van die bijlage is dus alleen het VAB beleid van toepassing.

3.20 Zonnepanelen op agrarische gronden

Uit een oogpunt van duurzaamheid staat de gemeente positief tegenover zonne-energie. In beginsel moeten zonnecollectoren worden geplaatst op gebouwen. Er zijn echter situaties waarin (her)benutting van bestaande bebouwing in de groene omgeving in redelijkheid niet mogelijk is en waarin mogelijkheden voor combinatie van functies op bestaande erven optimaal zijn benut. In die gevallen wordt onder voorwaarden toegestaan dat zonnecollectoren op de grond worden geplaatst. De voorwaarden betreffen:

  • zonnepanelen kunnen uitsluitend worden geplaatst binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap';
  • de zonnepanelen kunnen aantooonbaar niet op een dakvlak worden geplaatst dan wel er is sprake van een dakvlak met een verschijningsvorm dat onaangetast dient te blijven;
  • de zonnepanelen dienen landschappelijk ingepast te worden volgens de gebiedskenmerken;
  • de zonnepanelen mogen niet gebruikt worden door bedrijven die hoofdzakelijk zijn gericht op energieopwekking;
  • het grondperceel waarop de zonnepanelen staat bedraagt maximaal 625 m2;
  • de hoogte van de zonnepanelen bedraagt maximaal 2,5 meter.

Bij de keuze voor de oppervlaktemaat van 625 m2 is de afweging gemaakt tussen enerzijds het faciliteren in duurzame energie en anderzijds duurzaam intensief ruimtegebruik, zodat de groene uitstraling van het buitengebied behouden blijft. De oppervlakte van 625 m2 komt overeen met 25 m x 25 m. Niet in alle gevallen zal een veld van 25 x 25 m het beste inpasbaar zijn, vandaar dat is gekozen voor een maximale oppervlaktemaat.

3.21 Witte vlek nabij Buurse

Het bestemmingsplan Buitengebied sloot aan op de oorspronkelijke uitbreidingslocatie van Buurse. Als gevolg van een reactieve aanwijzing van de provincie is de uitbreidingslocatie verkleind. Daardoor sloot het bestemmingsplan Buitengebied niet meer goed aan op de bestemmingsplannen voor de kom. Deze 'witte vlek' krijgt in onderhavig plan de bestemming 'Agrarisch'.

3.22 Overige ambtshalve aanpassingen regels

Boerderijkamers en boerderijappartementen

In de bestemmingen "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" en "Wonen" is een afwijkmogelijkheid opgenomen voor boerderijkamers en boerderijappartementen. Gebleken is dat deze regeling te ruim is geformuleerd. Het is niet gewenst dat overal boerderijkamers of -appartementen kunnen worden gerealiseerd. De mogelijkheid om boerderijkamers en -appartementen te vestigen is bedoeld om inkomsten te kunnen genereren ten behoeve van de instandhouding van karakteristieke bebouwing. De vestigingsmogelijkheid is dan ook alleen bedoeld voor karakteristieke bebouwing. Of sprake is van karakteristieke bebouwing is ter beoordeling aan het college.

Bestaande buitenrijbakken

In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 april 2015 is een tegenstrijdigheid geconstateerd met betrekking tot bestaande buitenrijbakken. In de bestemmingsomschrijving van de agrarische gebiedsbestemmingen wordt de buitenrijbak op twee plaatsen vermeld. In het ene geval wordt geëist dat ze legaal tot stand zijn gekomen, in het andere geval niet. Dit wordt in de planregels hersteld door op beide plaatsen te eisen dat ze legaal tot stand zijn gekomen.

Bestaande opslag van mest, kuilvoerplaten en sleufsilo's

Buiten de bouwvlakken komen mestopslagvoorzieningen, kuilvoerplaten en sleufsilo's voor. Nieuwe voorzieningen zijn niet toegestaan, maar bestaande, legaal tot stand gekomen voorzieningen wel. In de bestemmingsomschrijvingen van de agrarische gebiedsbestemmingen is dit verwerkt.

Bestemmingsomschrijving Bedrijf

In de bestemmingsomschrijving zijn onder a en b soorten bedrijven genoemd. Onder c zijn bedrijven genoemd die op bepaalde adressen zijn toegestaan. Gebleken is dat er discussie mogelijk is over de vraag of op de onder c genoemde adressen ook de onder a en b genoemde bedrijven zijn toegestaan. Het antwoord is bevestigend. Om dit te verduidelijken wordt onder c het woordje 'tevens' opgenomen.

Geen overkappingen bij recreatiewoningen

Ten onrechte is in de bouwregels van de bestemming "Recreatie - Recreatiewoning" niet vermeld dat overkappingen niet zijn toegestaan. Dit wordt aangevuld.

Criteria voor inwoning

De voorwaarden voor inwoning waren in de toelichting iets uitgebreider geformuleerd dan in de regels. Dit wordt op elkaar afgestemd. De regels worden aangevuld met de bepaling dat de gezamenlijke oppervlakte van de inwoonsituatie niet meer bedraagt dan 30% van de totale gebruiksoppervlakte van de woning.

Mantelzorg

In het moederplan is een mantelzorgregeling opgenomen. Voor de duidelijkheid en ter voorkoming van ongewenste situaties wordt in het veegplan expliciet bepaald dat indien geen sprake meer is van mantelzorg de bewoning dient te worden gestaakt. In de begripsbepalingen worden definities opgenomen van mantelzorg, mantelzorgindicatie, Wmo en zorgbehoefte.

Afwijkende maatvoering

In het moederplan is een afwijkende maatvoeringsregeling opgenomen. Bestaande bouwwerken die bijvoorbeeld hoger zijn dan de in de regels genoemde maximale hoogte vallen niet onder het overgangsrecht. Door de afwijkende maatvoeringsregeling geldt de bestaande hoogte als maximale hoogte. Daarmee zijn de bouwwerken positief bestemd. Dit is alleen bedoeld voor bouwwerken die legaal tot stand zijn gekomen (hetzij vergunningvrij volgens de regels, hetzij met vergunning). In het veegplan wordt dit expliciet tot uitdrukking gebracht. De (legaal tot stand gekomen) afwijkende maatvoering mag worden gehanteerd bij uitbreidingen en nieuwbouw van dat gebouw.

Strijdig gebruik

In een aantal artikelen wordt bij strijdig gebruik aangegeven wat daar in ieder geval onder wordt verstaan. In de artikelen 3.5.1, 8.5.1 en 9.5.1 is daaraan toegevoegd "het gebruiken of laten gebruiken van veldschuren/schuilgelegenheden voor recreatieve doeleinden".

Kennelijke verschrijvingen

  • In de bestemmingsomschrijving van "Wonen" bij de buitenrijbakkenregeling onder n is 'bedrijf' vervangen door 'woning' en 'agrarisch bedrijf' vervangen door 'woning'. Ook bij 'Afwijken van de gebruiksregels' is 'agrarisch bedrijf' vervangen door 'woning'.
  • Op basis van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) is een onderscheid tussen "Afwijken van de bouwregels" en "Afwijken van de gebruiksregels" verplicht. Indien wordt afgeweken van de gebruiksregels is het vaak gewenst te bouwen ten behoeve van de toegestane functie. Daarom is bij "Afwijken van de bouwregels" de mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de bepaling dat uitsluitend mag worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Gebleken is dat deze bepaling niet overal correct is verwerkt. Bij dit plan is dat hersteld.

Hoofdstuk 4 Beleidskader

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan in 2013 zijn de volgende beleidsdocumenten vastgesteld:

Rijk

  • 1. Structuurvisie Windenergie op land, vastgesteld op 28 maart 2014
  • 2. Nationaal Waterplan 2016-2021, vastgesteld op 10 december 2015

Provincie

  • 3. Omgevingsvisie partiële herziening detailhandel (regionale afstemming), vastgesteld op 23 april 2014
  • 4. Verzamelherziening 2014 Omgevingsvisie Overijssel, vastgesteld op 8 oktober 2014
  • 5. Actualisatie Omgevingsvisie Overijssel 2013, vastgesteld op 29 augustus 2013
  • 6. Partiële herziening omgevingsvisie voor Kaderrichtlijn Water en Richtlijn Overstromingsrisico's, vastgesteld op 7 juli 2015;

Gemeente

  • 7. Structuurvisie Haaksbergen, vastgesteld op 5 maart 2014.
  • 8. Rood voor rood beleid 2015, vastgesteld op 23 september 2015.

Hieronder wordt voor zover nodig op deze beleidsstukken ingegaan.

Ad 1. Structuurvisie Windenergie op land

De Structuurvisie Windenergie op land is een uitwerking van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In deze uitwerking presenteert het kabinet een ruimtelijk plan voor de doorgroei van windenergie op het grondgebied van Nederland (land en grote wateren, uitgezonderd de Noordzee). Doelstelling voor dit plan is, om zodanige voorwaarden te scheppen dat in 2020 een opwekkingsvermogen van ten minste 6000 megawatt (MW) aan windturbines operationeel is. In deze structuurvisie geeft het kabinet aan op welke manier dit mogelijk is, en wie verantwoordelijk is voor het aanwijzen van de ruimte voor deze windturbines. Hiervoor worden drie soorten beleid gepresenteerd.

Ruimte voor windenergie moet worden gevonden volgens de volgende principes:

  • bundeling in gebieden die geschikt zijn voor plaatsing van grote turbines, en
  • bij het ruimtelijk ontwerp van windturbineprojecten aansluiten bij de hoofdkenmerken van het landschap.

Vervolgens wijst het kabinet concrete gebieden aan die geschikt zijn voor grootschalige windturbineparken. In deze gebieden zal een belangrijk deel van de 6000 MW moeten worden gerealiseerd. Het kabinet zal initiatieven voor windturbineparken met een omvang van ten minste 100 MW toetsen aan deze gebieden. Om de doelstelling van 6000 MW te halen is het noodzakelijk dat ook buiten deze gebieden ruimte wordt geboden voor kleinere windturbineparken. Provincies kunnen daarvoor locaties aanwijzen of hebben dit reeds gedaan.

In het derde beleidsonderdeel beschrijft het kabinet de taakverdeling tussen Rijk en provincies bij het ruimtelijk mogelijk maken van windenergie, en de prestatieafspraken die daarover met het IPO zijn gemaakt. Deze afspraken maken het mogelijk dat het doel van ten minste 6000 MW tijdig wordt bereikt.

Dit beleidsdocument staat niet in de weg aan vaststelling van het veegplan.

Ad 2. Nationaal Waterplan 2016-2021

Het Nationaal Waterplan 2016-2021 heeft de volgende ambitie:

"Nederland is een echt Waterland. Toch is de bevolking zich nauwelijks bewust van de uitdagingen van het waterbeheer en de risico’s van het water, omdat het waterbeheer zo goed georganiseerd is. Nederlanders moeten zich meer bewust worden van het leven met water.

De veranderende rol van de overheid in het algemeen en die van het Rijk in het bijzonder leidt tot een verandering van de sturing van het waterbeleid. De beschikbare financiële middelen nemen af, taken worden gedecentraliseerd en de maatschappij zelf wordt in toenemende mate initiatiefnemer en uitvoerder van maatregelen. Dit leidt tot een groeiende behoefte aan andere sturingsmogelijkheden, samenwerkingsverbanden en financieringsarrangementen. Daarnaast vragen (mondiale) ontwikkelingen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en bevolkingsgroei om antwoorden.

Dit nieuwe Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het kabinet speelt proactief in op de verwachte klimaatveranderingen op lange termijn, om overstromingen te voorkomen. Binnen de planperiode gaan realistische maatregelen in uitvoering die een antwoord bieden op de opgaven voor de korte termijn en voldoende mogelijkheden openlaten om op langere termijn verdere stappen te zetten. Het kabinet sluit daarmee aan bij de resultaten van het Deltaprogramma. Met deze handelwijze is Nederland koploper en toonaangevend voorbeeld in de wereld.

Met dit Nationaal Waterplan zet het kabinet een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van ons watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart.

Het kabinet streeft naar een integrale benadering, door natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie, cultureel erfgoed en economie (inclusief verdienvermogen) zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.

De ambitie is dat overheden, bedrijven en burgers zich in 2021 meer bewust zijn van de kansen en bedreigingen van het water in hun omgeving. Iedereen neemt zijn eigen verantwoordelijkheid om samen te komen tot een waterrobuuste ruimtelijke inrichting, het beperken van overlast en rampen en verstandig handelen in extreme situaties."

Dit waterplan staat niet in de weg aan vaststelling van het veegplan.

Ad 3. Omgevingsvisie partiële herziening detailhandel (regionale afstemming).

Onderhavig plan heeft geen betrekking op dit onderwerp, zodat dit beleidsstuk geen nadere bespreking behoeft.

Ad 4. Verzamelherziening 2014 Omgevingsvisie Overijssel

De verzamelherziening 2014 betreft het luchthavenbeleid en aanpassing van diverse kaarten vanwege aanpassing van de EHS (ecologische hoofdstructuur).

Er zijn zones Ondernemen met Natuur en Water' aangewezen. In deze gebieden is ruimte voor economische ontwikkeling, in combinatie met versterking van natuur, landschap en water. Dit staat niet in de weg aan vaststelling van het veegplan.

Ad 5. Actualisatie Omgevingsvisie Overijssel 2013

Op 3 juli 2013 heeft de provincie een actualisatie van de Omgevingsvisie vastgesteld. Deze actualisatie is uitgevoerd naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord Kracht van Overijssel. Er zijn aanpassingen uitgevoerd voor de onderwerpen EHS en zone Ondernemen met Natuur en Water, de nieuwvestiging van bedrijven in Landbouwontwikkelingsgebieden, de rol van de provincie in de kansrijke zoekgebieden voor Windenergie, de wegencategorisering en het beleid rondom kantoren en lokaal gewortelde bedrijvigheid. Daarnaast is in de Omgevingsverordening een bepaling opgenomen rond de ruimtelijke reservering voor de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en Omgeving en zijn aanpassingen gedaan op basis van de aanpassingen in de Omgevingsvisie en de evaluatie van de Omgevingsverordening uit 2011. De overige teksten in de Omgevingsvisie zijn niet gewijzigd.

Deze actualisatie staat niet in de weg aan vaststelling van het veegplan.

Ad 6. Partiële herziening omgevingsvisie voor Kaderrichtlijn Water en Richtlijn Overstromingsrisico's

Deze partiële herziening bevat een aantal wijzigingen vanuit verplichtingen vanuit genoemde Europese richtlijnen. De omgevingsvisie heeft daarmee de status van regionaal waterplan onder de Waterwet. De nieuwe Waterwet gaat uit van een andere relatie tussen provincie en waterschap dan tussen provincie en gemeenten. Gezien het belang van veiligheid en gezondheid zijn de organisatie van en het toezicht op de waterschappen bij de provincie neergelegd.

Deze herziening staat niet in de weg aan vaststelling van het veegplan.

Ad 7. Structuurvisie Haaksbergen

In de "Structuurvisie 2030, Haaksbergen: groenste dorp van Twente" staan negen ambities centraal. De kracht van Haaksbergen is dat het de voorzieningen van een stad combineert met de gemoedelijkheid, gezelligheid, bereikbaarheid en groene sfeer van een dorp te midden van een prachtig landschap.

De komende jaren zet de gemeente zich in om beide kanten sterker te maken. Hierbij wil de gemeente het voorzieningenniveau op zijn minst op peil houden en waar mogelijk naar een hoger plan tillen. Het betekent ook dat de gemeente zich gaat inzetten om de dorpse groene sfeer en de gezelligheid te versterken, terwijl de bereikbaarheid op peil gehouden wordt. Ook wordt de kwaliteit van het buitengebied met zijn hoge cultuurhistorische waarden en de bijzondere natuurgebieden op peil gehouden en worden dorp en landschap optimaal met elkaar verbonden.

Om deze missie te laten slagen, zijn negen concrete ambities geformuleerd waarmee de gemeente de komende jaren aan de slag gaat:

  • 1. Verbeteren van de relatie en verzachten van de overgangen tussen dorp en buitengebied.
  • 2. Een sfeervol groen centrum met de markt als stralend middelpunt.
  • 3. Stimuleren van een gezonde plattelandseconomie en het op peil houden van de ecologische en cultuurhistorische kwaliteiten van het buitengebied.
  • 4. Versterken van de cultuurhistorische kwaliteit van de dorpsstructuur.
  • 5. Benutten van de toeristische potentie van de samenhang tussen dorp en landschap.
  • 6. Versterken van de veelzijdigheid van de Haaksbergse economie.
  • 7. Verbreden van het aanbod aan woonmilieus.
  • 8. Op peil houden en concentreren van de voorzieningen.
  • 9. Verduurzamen en beleefbaar maken van het watersysteem.

De voorgenoemde ambities staan centraal in het uitvoeringsprogramma dat hoort bij deze structuurvisie. Elk initiatief dat bij de gemeente wordt ingediend, moet een bijdrage leveren aan deze ambities. Dat hoeft niet te betekenen dat een plan aan álle ambities moet voldoen, maar het mag niet tegen ambities ingaan, en waar mogelijk moet het bijdragen aan meerdere ambities.

Het voorliggende plan is opgesteld naar aanleiding van de uitspraak van de ABRS. Vanuit de structuurvisie zijn er geen belemmeringen voor het veegplan.

Ad 8. Rood voor rood beleid 2015

Het beleid is aangepast voor die situaties waarbij een woning niet op de slooplocatie kan worden gerealiseerd. Er zijn twee zoekgebieden aangewezen die geschikt zijn om Rood voor Rood woningen te realiseren. Dit zijn de Wissinkbrink en het deel van de Veldmaat, tussen de huidige kern en de Noordsingel.


Daarnaast is een vereenvoudiging van de regels voorgestaan. Met de aangepaste regels is het beleid toegankelijker gemaakt zonder het doel van het beleid uit het oog te verliezen. Het doel van Rood voor Rood in Haaksbergen blijft het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied. Dit wordt bereikt door het slopen van landschapsontsierende bebouwing en het op de juiste manier landschappelijk inpassen van de compensatiekavels. In het beleid worden de kaders met de bijbehorende voorwaarden beschreven. Meer hierover in paragraaf 3.19.

Hoofdstuk 5 Milieu- en omgevingsaspecten

Voor de milieu- en omgevingsaspecten wordt verwezen naar de toelichting bij het moederplan, het bestemmingsplan Buitengebied. Deze toelichting is bereikbaar via de volgende link: Toelichting bestemmingsplan Buitengebied.

Hoofdstuk 6 Juridische aspecten

Het veegplan bestaat uit aanpassingen op de verbeelding en in de regels. Er zijn verschillende situaties te onderscheiden.

  • Als op de verbeelding geen bestemming is opgenomen, geldt de bestemming van het moederplan, met de aangepaste regels van dit plan.
  • Als op de verbeelding een basisbestemming is opgenomen, geldt in beginsel dit plan, want dan zijn ook eventuele dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen opgenomen.
  • Als op de verbeelding alleen een dubbelbestemming of gebiedsaanduiding is opgenomen, gelden de basisbestemming en overige dubbelbestemmingen/gebiedsaanduidingen van het moederplan plus de dubbelbestemming/gebiedsaanduiding van dit plan.

In het veegplan is daarvoor expliciet een bepaling opgenomen in de Algemene regels onder Overige regels.

Alleen de geel gemarkeerde tekst in de regels maakt onderdeel uit van dit veegplan. Voor een goede leesbaarheid is de tekst geplaatst in de regels van het bestemmingsplan Buitengebied. De doorgehaalde tekst betreft de bepalingen die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vernietigd.

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Algemeen

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan.

Exploitatieplan

Indien een bestemmingsplan een bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen bouwplan mogelijk maakt en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient op basis van artikel 6.12 Wro (tegelijkertijd met de vaststelling van een bestemmingsplan) een exploitatieplan te worden vastgesteld. Onder aangewezen bouwplan wordt krachtens artikel 6.2.1 Bro onder andere verstaan de bouw van één of meer woningen of andere hoofdgebouwen. Het exploitatieplan is de basis voor het doorberekenen van de verhaalbare kosten die de gemeente maakt om de aangewezen bouwplannen mogelijk te maken. Op basis van artikel 6.2.4 Bro worden daartoe onder andere gerekend kosten van onderzoek en planvorming voor de bestemmingsplanherziening. Vanuit Bro zijn hieraan in artikel 6.2.1a voorwaarden gesteld.

Als gevallen als bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro zijn gevallen aangegeven in artikel 6.2.1a Bro. Besloten kan worden geen exploitatieplan vast te stellen, indien:

  • het totaal der exploitatiebijdragen dat met toepassing van artikel 6.19 van de wet, kan worden verhaald, minder bedraagt dan € 10.000,-;
  • er geen verhaalbare kosten zijn als bedoeld in artikel 6.2.4, onderdelen b tot en met f;
  • de verhaalbare kosten, bedoeld in artikel. 6.2.4 onderdelen b tot en met f, uitsluitend de aansluiting van een bouwperceel op de openbare ruimte of de aansluiting op nutsvoorzieningen betreffen.

Dit bestemmingsplan voorziet niet in grootschalige (nieuwe) ontwikkelingen. De aanpassingen op de verbeelding betreffen voornamelijk de agrarische gebiedsbestemmingen. Het plan maakt wel, via de bouwregels en binnenplanse afwijkingsmogelijkheden, in beperkte mate bouwplannen mogelijk. Het plangebied kan niet worden gezien als één exploitatiegebied, aangezien als exploitatiegebieden zijn te beschouwen de bestemmingsvlakken waar bouwmogelijkheden zijn (bijvoorbeeld de agrarische bedrijfsbestemmingen). Er zijn dus in beginsel zoveel exploitatiegebieden als per bestemmingsvlak mogelijkheden worden geboden voor bouwplannen als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Per exploitatiegebied is vanwege de aard en schaal van de bouwmogelijkheden te verwachten dat sprake is van één van de situaties als bedoeld in artikel 6.2.1a Bro. Er hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden opgesteld.

Conclusie

Aan de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn voor de gemeente geen kosten verbonden. Aangezien de te verhalen kosten onder artikel 6.2.1a Bro vallen is het niet noodzakelijk een exploitatieplan voor het buitengebied op te stellen.

Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg

In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro heeft zal het ontwerp van dit bestemmingsplan worden voorgelegd aan de overlegpartners. De resultaten van de overlegreacties zullen te zijner tijd in deze paragraaf worden opgenomen. De resultaten van het vooroverleg worden verwerkt in het bestemmingsplan.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' wordt gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het bestemmingsplan kenbaar te maken (artikel 3.8 Wro). De resultaten van de zienswijzen worden verwerkt in het bestemmingsplan.

april 2017