direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan parkeernormen Oldenzaal
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP00008-on01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Bestemmingsplan

De geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.

1.2 Plan

Het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen Oldenzaal met indentificatienummer NL.IMRO.0173.BP00008-on01 van de gemeente Oldenzaal.

1.3 Verbeelding

De analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijk informatie.

1.4 Omgevingsvergunning

Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.5 Parkeergelegenheid

Elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.

1.6 Parkeernorm

Het aantal parkeergelegenheden dat per eenheid van een functie moet worden aangelegd.

1.7 Wijziging

Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsplanregels

Voor de reikwijdte en toepassing van dit bestemmingsplan wordt verwezen naar artikel 3.1 van dit plan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing

Artikel 3 Overige regels

3.1 Reikwijde en toepassing
  • a. De regels van dit plan hebben betrekking op de in de bijlage 1 bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen vanb bestemmigsplannen, beheersverordeningen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
  • b. De regels van dit plan gelden in aanvulling op de in bijlage 1 bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, beheersverordeningen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
  • c. De regels van de de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, beheersverordeningen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen zoals genoemd in bijlage 1 van deze regels blijven buiten toepassing voor zover er sprake is van strijdigheid met de regels van dit plan en blijven voor het overige onverminderd van toepassing.
3.2 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw bedoeld voor won-nen of een ander soort verblijf van mensen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan de in bijlage 2 opgenomen beleidsnotitie "Nota parkeernormen" met dien verstande dat het totale aantal benodigde parkeerplaatsen wordt afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal.
  • b. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een ge-bouw en/of voor de verandering van de functie van een bouwperceel met een behoefte voor het laden en lossen van goederen bepaalt bevoegd gezag een behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen voor dat gebouw.
  • c. Parkeergelegenheden moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Daarvan is in elk geval sprake indien:
    • 1. De afmetingen van een parkeergelegenheid ten minste 1,80m bij 5m en ten hoogste 3,25m bij 6m bedragen;
    • 2. De afmetingen van een gereserveerde parkeergelegenheid voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,5m bij 5m bedragen;
  • d. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het onder a en b bepaalde:
    • 1. Indien het voldoen aan de parkeerbehoefte als gevolg van bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of;
    • 2. Voor zover op andere wijze in de benodigde parkeergelegenheid of laad- of losruimte wordt voorzien;
  • e. Het onder a bepaalde is niet van toepassing ingeval een bouwwerk ten gevolge van een calamiteit geheel verloren is gegaan en dit bouwwerk, indien en voor zover sprake is van dezelfde functie en omvang, wordt herbouwd en op gelijke wijze in de parkeerbehoefte wordt voor-zien als voor de calamiteit feitelijk het geval was, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarom het bouwwerk teniet is gegaan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

4.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. Gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. Na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
4.1.2 Awijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde van lid 4.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in met maximaal 10%.

4.1.3 Uitzondering

Lid 4.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

4.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

4.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid 4.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

4.2.3 Verboden hervatten gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in sublid 4.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4.2.4 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Sublid 4.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Parapluplan parkeernormen Oldenzaal''.