layout blokjes
  1. Plan: Buitengebied Noord, 2e wijzigingsplan, Kijkuit 2
  2. Plantype: gemeentelijke overheid/wijzigingsplan
  3. Status: vastgesteld
  4. IMRO-idn: NL.IMRO.0748.WP113b-0301
Gemeente Bergen op Zoom

regels

 

 

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

De regels van het bestemmingsplan 'buitengebied Noord" van de gemeente Bergen op Zoom, zoals vastgesteld door de raad op 10 april 2014, zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan met identificatienummer

NLIMRO.0748.WP113b-0301

 

Artikel 1 Regels

In deze regels wordt verstaan onder:

 

1.1. het plan

 

het "2e wijzigingsplan van het bestemmingsplan Buitengebied Noord (Kijkuit 2)" van de gemeente Bergen op Zoom;

 

1.2. de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.07480000WP0113b-0301 met de bijbehorende regels en bijlagen;

 

HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 2 Agrarisch met waarden - cultuurhistorie en landschap

 

Op de ze wijziging zijn onverkort van toepassing de regels van artikel 4 (Agrarisch met waarden - cultuurhistorie en landschap)

 

Regels bestemmingsplan Buitengebied Noord

 

 

 

Artikel 3 Waarde - Archeologie

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.

 

3.2 bouwregels

Op de in lid 21.1bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels toegestaan. Een en ander volgens de voor deze bestemmingen geldende regels.

 

 

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

3.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, en / of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  1. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden dan wel het wijzigen van het profiel van de wallen;

  2. het bodemverlagen of afgraven van gronden;

  3. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,50 m;

  4. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;

  5. het aanleggen of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 2000 m²;

  6. het aanbrengen van ondergrondse drainage-, transport-, energie, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur (voor zover geen bouwwerken zijnde);

  7. het graven of dempen van sloten, watergangen en vijvers.

 

3.3.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke uit een oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder worden in ieder geval werken of werkzaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m.

 

3.3.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.3.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden aan de archeologische waarde van deze gronden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan en een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd, eventueel nadat wetenschappelijk onderzoek is gedaan en/of de mogelijkheid heeft bestaan tot het doen van oudheidkundige waarnemingen.

 

3.3.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 21.3.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.

3.4 wijzigingsbevoegdheid

 

3.4.1 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van het bepaalde in lid 21.4.2 en bevoegd het plan te wijzigen waarbij de in lid 21.1 bedoelde bestemming kan worden geschrapt, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen sprake (meer) is van te beschermen archeologische waarde.

 

3.4.2 Advies

Alvorens toepassing te geven aan deze Wijzigingsbevoegdheid winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.

 

HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

Artikel 4 Algemene bouwregels

 

4.1 Bestaande afstanden en andere maten

 

4.1.1 Maximale en minimale maten

Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer danwel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal danwel minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

 

4.1.2 (Her)oprichting

In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 4.1.1 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

 

4.2 Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met 'Water' bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

 

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de hoofdstuk 2 ten behoeve van beroepsmatige werkruimten en bedrijfsmatige werkruimten in woningen en/of bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:

  1. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsmatige en/of beroepsmatige werkruimten niet meer mag bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woningen tot een maximum van 50 m²;

  2. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven;

  3. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent in ieder geval dat:

  1. uitsluitend medewerking wordt verleend aan het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in categorie 1 of 2 zoals genoemd in de bij deze regels behorende staat van bedrijfsactiviteiten (opgenomen als bijlage) of, indien zij niet voorkomen in die lijst (qua milieuplanologische hinder), gelijkwaardig zijn aan de in categorie 1 of 2 genoemde bedrijfsactiviteiten;

  2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;

  3. het gebruik naar aard met het karakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;

  4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of bijbehorend bouwwerk uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;

  5. er dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte op het perceel.

 

 

 

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

 

7.1 vrijwaringszone - radar

 

7.1.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' (met nummer) geldt teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere hoogte dan:

  1. 100 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 11;

 

7.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 mits:

  1. de grote hoogte in overeenstemming is binnen de overige bouwregels die gelden voor de betreffende bestemming;

  2. de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed;

  3. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van het radarverstoringsgebied.

 

7.2 vrijwaringszone - radar

 

7.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' (met nummer) geldt teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere hoogte dan:

  1. 80 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 7;

  2. 85 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 8;

  3. 90 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 9

  4. 95 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 10;

  5. 100 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 11;

  6. 105 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 12;

  7. 110 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 13;

  8. 115 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 14.

 

7.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 mits:

  1. de grote hoogte in overeenstemming is binnen de overige bouwregels die gelden voor de betreffende bestemming;

  2. de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed;

  3. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van het radarverstoringsgebied.

 

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels

 

8.1 geluidzone - industrie 50db

In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 50db', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.

 

8.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' betreft het de 25-jaarszone kwetsbaar. Hierbinnen geldt dat er geen negatieve verandering mag plaatsvinden in de risico's van de kwaliteit van het grondwater.

 

8.3 milieuzone - waterwingebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterwingebied' strekt de bestemming mede tot instandhouding van de openbare drinkwatervoorziening, waarbij een medebestemming voor Bos of Natuur is toegelaten.

 

8.4 veiligheidszone - bevi

 

8.4.1 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', zijn geen beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

 

8.4.2 Afwijken van de Bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4.1 ten behoeve van bouwwerken als bedoeld in lid 28.4.1 met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. het bouwwerk brengt enkel een beperkte toename van de normering van het groepsrisico met zich mee;

  2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de milieudeskundige over het onder in lid a gestelde.

 

8.4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 28.4.1bedoelde aanduiding te laten vervallen indien uit milieu-onderzoek is gebleken dat er geen sprake meer is van een veiligheidscontour veiligheidszone- bevi, danwel dat de hinderveroorzakende activiteiten zijn gestaakt.

 

8.5 veiligheidszone - lpg

 

8.5.1 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg', zijn geen beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten toegestaan.

 

8.5.2 Afwijken van de Bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.5.1 ten behoeve van bouwwerken als bedoeld in lid 28.5.1 met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. het bouwwerk brengt enkel een beperkte toename van de normering van het groepsrisico met zich mee;

  2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de milieudeskundige over het onder in lid a gestelde.

 

8.5.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 28.5.1 bedoelde aanduiding te laten vervallen indien uit milieu onderzoek is gebleken dat er geen sprake meer is van een veiligheidszone - lpg, danwel dat de hinder veroorzakende activiteiten zijn gestaakt.

 

8.6 vrijwaringszone - dijk

 

8.6.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' strekt de bestemming mede tot instandhouding van het dijklichaam als landschappelijk element, alsmede als waterkering voor zover deze niet samenvalt met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering', alsmede het behoud van landschappelijke waarden in de vorm van handhaving van de aanwezige vegetatie en houtopstanden.

 

8.6.2 Bouwregels

Op de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.

 

8.6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) de volgende andere werken uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het vergraven of ontgraven van het dijklichaam of het dijktalud;

  2. het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

  3. het vellen of rooien van houtgewas.

 

8.6.4 Uitzondering

Het onder lid 28.6.3 vervatte verbod is niet van toepassing op:

  1. andere werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;

  2. andere werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.

 

8.6.5 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.6.3 mag alleen worden verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de onder 28.6.1 genoemde doeleinden om het dijklichaam en/of de aanwezige waarden te behouden.

 

8.7 vrijwaringszone - molenbiotoop

 

8.7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor cultuurhistorische doeleinden ten behoeve van de windvang van de monumentale windmolen.

 

8.7.2 Bouwregels

Op de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte, hoger dan is aangegeven. Deze regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken.

 

8.7.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.7.2, indien de Vereniging De Hollandsche Molen of diens opvolger om advies is gevraagd en voor het overige dit bestemmingsplan de oprichting van een bouwwerk van deze hoogte toelaat.

 

8.8 vrijwaringszone - radar

 

8.8.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' (met nummer) geldt teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere hoogte dan:

  1. 80 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 7;

  2. 85 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 8;

  3. 90 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 9

  4. 95 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 10;

  5. 100 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 11;

  6. 105 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 12;

  7. 110 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 13;

  8. 115 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 14.

 

8.8.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.8.1 mits:

  1. de grote hoogte in overeenstemming is binnen de overige bouwregels die gelden voor de betreffende bestemming;

  2. de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed;

  3. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van het radarverstoringsgebied.

 

8.9 vrijwaringszone - weg verbodzone

 

8.9.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze regels mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg verbodzone' geen bebouwing worden opgericht.

 

8.9.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg verbodzone' gelden de volgende bepalingen:

  1. er mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 50 meter uit de kant verharding van de meest nabijgelegen rijbaan voor de rijksweg A4/A58, tenzij het betreft bouwwerken welke verband houden met de bestemming 'Verkeer' en/of welke direct verband houden met de aanleg c.q. verbreding van de rijksweg A4/A58.

 

8.9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.9.2 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen (basis)bestemming, bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone -weg verbodzone', zijnde de zone binnen 50 meter vanuit de kantverharding van de dichtsbij gelegen rijbaan van de rijksweg A4/A58, wordt gebouwd, mits:

  1. het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse op de verbeelding aangewezen bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast en/of een toekomstige uitbreiding van de rijksweg A4/A58 kan belemmeren;

  2. het bouwwerk direct verband houdt met de aanleg c.q. verbreding van de rijksweg A4/A58, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.

  1. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de wegbeheerder.

 

8.10 vrijwaringszone - weg overlegzone

 

8.10.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze regels mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg overlegzone' geen bebouwing worden opgericht.

 

8.10.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg overlegzone' gelden de volgende bepalingen:

  1. er mag niet worden gebouwd binnen de zone gemeten van 50 tot 75 meter uit de kant verharding van de meest nabijgelegen rijbaan voor de rijksweg A4/A58, tenzij het betreft bouwwerken welke verband houden met de bestemming 'Verkeer' en/of welke direct verband houden met de aanleg c.q. verbreding van de rijksweg A4/A58.

 

8.10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.10.2 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen (basis)bestemming, bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone -weg overlegzone', zijnde de zone gemeten van 50 tot 75 meter vanuit de kantverharding van de dichtsbij gelegen rijbaan van de rijksweg A4/A58, wordt gebouwd, mits:

  1. het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse op de verbeelding aangewezen bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast en/of een toekomstige uitbreiding van de rijksweg A4/A58 kan belemmeren;

  2. het bouwwerk direct verband houdt met de aanleg c.q. verbreding van de rijksweg A4/A58, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.

  1. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de wegbeheerder.

 

HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 9 Overgangsrecht

 

9.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  2. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van het plan.

 

9.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdig gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

 

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het wijzigingsplan Kijkuit 2 van de gemeente Bergen op Zoom"