Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: bpKruisbeemdenwg16
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0753.bpKruisbeemdenwg16-VG01

Inhoudsopgave

  • Regels
    • 1 Inleidende regels
      • Artikel 1 Begrippen
      • Artikel 2 Wijze van meten
    • 2 Bestemmingsregels
      • Artikel 3 Bedrijf
      • Artikel 4 Waarde - Attentiegebied-EHS
    • 3 Algemene regels
      • Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
      • Artikel 6 Algemene gebruiksregels
      • Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
    • 4 Overgangs- en slotregels
      • Artikel 8 Overgangsrecht
      • Artikel 9 Slotregel

1. Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

het bestemmingsplan 'Kruisbeemdenweg 16' met identificatienummer

NL.IMRO. 0753.bpKruisbeemdenwg16-VG01 van de gemeente Best.
 

1.2 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

1.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.4 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 

1.5 Aan-huis-verbonden-bedrijf

een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend

1.6 Aan-huis-verbonden-beroep

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp- technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.7 Afhankelijke woonruimte

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is. 

1.8 Archeologische waarden

gronden met actuele, hoge waarden, die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen

1.9 Archeologische verwachtingswaarden

gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen.

1.10 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde

1.11 Bed&breakfast

een bed&breakfast is een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, binnen bestaande gebouwen. Een bed&breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van het desbetreffende huis. De bed&breakfast voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie

1.12 Bedrijf

een onderneming, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten daaronder niet begrepen

1.13 Bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf

1.14 Bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is

1.15 Bestaande situatie

  1. t.a.v. bebouwing:
    bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  2. t.a.v. gebruik:
    het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.16 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 Bijbehorende voorzieningen

voorzieningen, die bij het hoofdgebruik van de bestemming horen

1.19 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 Bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden..

1.21 Bijgebouw

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw

1.22 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk

1.23 Bouwlaag

een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd

1.24 Bouwmassa

een complex van aaneengebouwde bouwwerken.

1.25 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.26 Bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.27 Dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.28 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.29 Erf

het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit plan een dergelijke inrichting niet verbiedt.

1.30 Erfbeplanting

visueel afschermende, maskerende en/of het landschapsbeeld versterkende en overwegend opgaande (rand)beplanting binnen, op de rand of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie.

1.31 Functie

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.32 Gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.33 Hondenfokkerij

het bedrijfsmatig fokken van honden

1.34 Hondenpension

een tijdelijke opvangplaats voor honden, waar het dier na verloop van tijd weer wordt opgehaald door de eigenaren, bijvoorbeeld na vakantie.

1.35 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.36 Hoofdfunctie

een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt.

1.37 Hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is

1.38 Huishouden

een alleenstaande of twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren

1.39 Kleinschalige bedrijvigheid

het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden. Hieronder mede begrepen consumentenverzorging

1.40 Mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.41 Peil

  1. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.42 Perceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.43 Permanente bewoning

er is sprake van permanente bewoning bij het (al dan niet tijdelijk) gebruiken van een voor recreatief bestemd verblijf als hoofdverblijf.

1.44 Permanent gebruik

met permanent gebruik wordt bedoeld dat gedurende het gehele jaar een kamer kan worden gereserveerd.

1.45 Ruimtelijke eenheid

complex van bij elkaar behorende bouwwerken.

1.46 Ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.

1.47 Water- en waterhuishoudkundige voorzieningen

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van ene goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, etc

1.48 Waterhuishoudkundige doeleinden

doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, kunstwerken, onderhoudstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d.

1.49 Werk

een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.50 Woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, danwel voor de huisvesting van maximaal 4 personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen maar wel gezamenlijk gebruik maken van de voorzieningen als ware het één huishouden. In het laatste geval dient sprake te zijn van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per persoon. Binnen een woning is sprake van één zelfstandige wooneenheid, dat wil zeggen één eenheid waarin een zelfstandig huishouden kan worden gevoerd doordat die eenheid beschikt over de daartoe strekkende voorzieningen (sanitair, kookgelegenheid en dergelijke) en een eigen huisnummer.

Artikel 2 Wijze van meten

  

2.1 Algemeen

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
 
bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
 
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
 
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
 
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
 
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
 
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
 
de afstand tot de bouwperceelsgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
 
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m.
          
  

2. Bestemmings regels

          
  

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. Een agrarisch verwant bedrijf in de vorm van:
    1. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - hondenpension en hondenfokkerij’,een hondenpension en -hondenfokkerij die naar aard en omvang vergelijkbaar is met maximaal milieucategorie 2 uit de Brochure bedrijven en milieuzonering, uitgave Vereniging Nederlandse Gemeenten 2009
  2.  één bedrijfswoning
  3.  aan huis verbonden beroepen
  4.  voorzieningen voor verkeer en verblijf, wegen en paden
  5.  groenvoorzieningen
  6.  water en waterhuishoudkundige voorzieningen
    

3.2 Bouwregels

        

3.2.1 Algemeen

  1. De afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 15 m, indien de bestaande afstand reeds minder bedraagt geldt deze afstand als minimale afstand tot de weg.
  2. De afstand tot de perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 2 m.
  3. Bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak

3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 400 m2
  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter
  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter
  4. bedrijfsgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak gebouwd worden

3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
  1. Er is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”
  2. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3
  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5.5 m
  4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m

3.2.4 Bijgebouwen

  1. Bijgebouwen mogen zowel binnen het bouwvlak worden gebouwd
  2. Bijgebouwen dienen op een afstand van minimaal 2 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  3. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 80 m2;
  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m
  5. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m
  6. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 15 m
  7. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m

3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m voor en 2 m achter de voorgevel van het gebouw dat het dichtst bij de weg is gelegen
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m
  3. voor onoverdekte zwembaden geldt dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 80 m2 en de afstand tot de woning niet meer dan 15 m

3.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
  1. lid 3.2.1 onder onder a voor het bouwen van gebouwen op een afstand van 15 m tot de weg mits hierdoor het stedenbouwkundige beeld en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast;
  2. lid 3.2.1 onder b voor het bouwen op een kortere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad

3.4 Specifieke gebruiksregels

     

3.4.1 Gebruik

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. Bed&breakfast is niet toegestaan.
  2. Het is niet toegestaan (vrijstaande) bijgebouwen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
  3. Kleinschalige bedrijvigheid is niet toegestaan.

3.4.2 Aan-huis-verbonden beroepen

Binnen deze bestemming is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m².
  2. Uitsluitend beroepsactiviteiten zijn toegestaan indien deze voorkomen in, of gelijk te stellen zijn aan de lijst van aan huis verbonden beroepen zoals opgenomen in de bijlage 2 (niet limitatieve lijst).
  3. Detailhandel is niet toegestaan

3.4.3 Maximaal één bedrijf per bestemmingsvlak

Per bestemmingsvlak mag slechts één bedrijf zijn gevestigd.

3.4.4 Detailhandel

Binnen deze bestemming is detailhandel van op het eigen bedrijf gefokte honden toegestaan

3.4.5 Voorwaardelijke verplichting

  1. De gronden mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig deze regels, indien uitvoering is gegeven aan het bij deze regels behorende inrichtingsplan ten behoeve van de landschappelijke inrichting van het bestemmingsvlak, overeenkomstig het inrichtingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, waaronder begrepen het volledig slopen vande bestaande gebouwen en verhardingen op het perceel met uitzondering van de bestaande woning en de daarbij behorende bijgebouwen en dit inrichtingsplan in stand gehouden en onderhouden wordt
  2. De gronden mogen uitsluitend in gebruik worden genomen overeenkomstig deze regels indien voorafgaand aan eerste ingebruikname een geheel gesloten geluidsscherm met een massa groter of gelijk aan 10 kg/m2 wordt geplaatst met een hoogte van 2 m langs de noordelijke grens van het bouwperceel.
  3. Het gebruik binnen het bestemmingsvlak als hondenfokkerij en hondenpension mag uitsluitend plaatsvinden indien het geluidsscherm als bedoeld in artikel 3.4.5 lid 2 aanwezig is en in stand wordt gelaten en wordt onderhouden;

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Afwijken bed&breakfast

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1 sub a,, met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de bed & breakfast moet worden aangeboden in of bij de woning van de aanbieder van de bed& breakfast;
  2. de bed & breakfast mag uitsluitend worden toegestaan in een bestaande legale woning of bedrijfswoning en/of bijbehorende bijgebouwen;
  3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  4. de bed & breakfast mag niet functioneren als zelfstandige woning, met dien verstande dat een eigen aparte keukenvoorziening niet is toegestaan;
  5. bij realisatie van een bed & breakfast binnen de bebouwde kom mag de gebruiksoppervlakte van de bed & breakfast niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning met bijgebouwen tot een maximum van 50 m2, mag het aantal kamers niet meer bedragen dan 2 en het aantal gasten niet meer dan 5;
  6. bij realisatie van een bed & breakfast buiten de bebouwde kom mag de gebruiksoppervlakte van de bed & breakfast niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van de woning met bijgebouwen tot een maximum van 150 m2, mag het aantal kamers niet meer bedragen dan 4 en het aantal gasten niet meer dan 10;
  7. getoetst moet worden aan de Nota Parkeernormen van de gemeente Best;
  8. aan de omgevingsvergunning wordt een voorwaarde verbonden die inhoudt dat de verblijfsduur van dezelfde huurder maximaal 2 weken mag bedragen en een voorwaarde die de verplichting inhoudt tot het bijhouden van een nachtregister en jaarlijkse rapportage aan de gemeente.

3.5.2 Afwijken mantelzorg

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder b voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
  1. Een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg.
  2. Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische bedrijven).
  3. De afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².
  4. Er sprake is van een ruimtelijke eenheid van hoofdgebouw en afhankelijke woonruimte via een aangebouwd bijgebouw of bijgebouw op minder dan 10 m van de hoofdwoning.
  5. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

3.5.3 Afwijken kleinschalige bedrijvigheid

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder c voor het toestaan van kleinschalige bedrijvigheid bij de woonfunctie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
  1. De woonfunctie moet in overwegende mate behouden blijven;
  2. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, met dien verstande dat wanneer dit niet mogelijk is, aangetoond dient te worden dat geen sprake is van onevenredige toename van de parkeerdruk op de omgeving;
  3. Detailhandel is niet toegestaan;
  4. Er mogen geen milieuvergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten plaatsvinden;
  5. Er mag geen onevenredige aantasting van het woonklimaat plaatsvinden;
  6. Uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan indien deze voorkomen in, of gelijk te stellen zijn aan de lijst kleinschalige bedrijvigheid zoals opgenomen in de bijlage (niet limitatieve lijst);
  7. Buitenopslag is niet toegestaan;
  8. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m²;
  9. Reclame-uitingen zijn niet toegestaan, behalve hetgeen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening is toegestaan;
  10. Het aan huis verbonden dan wel kleinschalige bedrijvigheid dient te worden uitgeoefend door de bewoner (ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie) van het pand.

3.5.4 Afwijking ander soort bedrijf

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a voor het vestigen van een ander soort bedrijf dan in artikel 3.1 onder a is toegestaan, onder de voorwaarden dat:
  1. het nieuw te vestigen bedrijf naar aard en omvang vergelijkbaar is met maximaal categorie 2 uit de Brochure bedrijven en milieuzonering, uitgave Vereniging Nederlandse Gemeenten 2009, zoals opgenomen op de Lijst van bedrijfsactiviteiten in bijlage 3 bij deze regels
  2. het nieuw te vestigen bedrijf geen grotere verkeersaantrekkende werking mag hebben dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort
 
           

Artikel 4 Waarde - Attentiegebied-EHS

 
           

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde - attentiegebied-ehs’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de ecologische, landschappelijke en hydrologische waarden, gericht op het verbeteren van de condities van deze waarden.

4.2 Specifieke gebruiksregels

1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor activiteiten die een negatief effect hebben op de ecologische, landschappelijke en hydologische waarden.
2. Bij toename van het verhard oppervlak is "hydrologisch neutraal bouwen" het uitgangspunt. Voor een toename van het verharde oppervlak van 250 m2 is een advies van de waterbeheerder vereist

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen

   

4.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden, uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. verzetten van grond van meer dan100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm beneden maaiveld voor zover geen vergunning is vereist op grond van de Ontgrondingenwet;
  2. het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  3. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een bestaande drainage;
  4. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk

4.3.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 4.3.1 opgenomen verbod geldt niet voor werkzaamheden:
  1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds een omgevingsvergunning is verleend;
  2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan reeds legaal in uitvoering zijn;
  3. welke het normaal onderhoud en/ of exploitatie betreffen
  4. welke binnen het bouwvlak van de bestemming ‘ Bedrijf” plaatsvinden

4.3.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning mag alleen worden verleend indien door die werken en/of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.

4.3.4 Advies

Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 winnen zij schriftelijk advies in bij het bestuur van het betrokken waterschap
          
  

3. Algemene regels

          
  

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Parkeren

6.1.1 Parkeernormen

Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw en/of voor het veranderen van de functie van een bouwperceel wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan de op het moment van de aanvraag geldende Nota parkeernormen van de gemeente Best

6.1.2 Afwijken parkeernormen

Het college kan één of meer bepalingen van deze Nota buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing –gelet op het belang waarvoor deze Nota tot stand is gebracht- leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Een en ander dient in een collegebesluit vastgelegd te zijn.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van:
  1. De bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  2. De bestemmingsbepalingen en toestaan dat bebouwingsgrenzen tot maximaal 0,5 m worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
  3. De bestemmingsbepalingen en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m² zal bedragen;
    2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m zal bedragen
  4. De bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 m;
    2. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m.
  5. Het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, mits:
    1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
    2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
  6. De onder a tot en met e genoemde afwijkingen kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de woonsituatie;
    3. de verkeersveiligheid;
    4. de sociale veiligheid;
    5. de milieusituatie;
    6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  
          
  

4. Overgangs- en slotregels

          
  

Artikel 8 Overgangsrecht

 
.

8.1 Overgangsrecht Bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Kruisbeemdenweg 16'