direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetregeling geitenhouderijen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1966.BVHHLherzGh-VS01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

de beheersverordening Facetregeling geitenhouderijen, met identificatienummer NL.IMRO.1966.BVHHLherzGh- VS01 van de gemeente Het Hogeland;

1.2 beheersverordening:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.3 bestaand:
  • 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
  • 2. het onder 1° bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.4 geitenhouderij:

het houden van dertig geiten of meer.

Artikel 2 Relatie- en reikwijdtebepaling

  • 1. Deze beheersverordening omvat een aanpassing van de regels van de beheersverordeningen als genoemd in Bijlage 1 (Overzicht van beheersverordeningen) bij de regels in de gemeente Het Hogeland. De regels van de in Bijlage 1 (Overzicht van beheersverordeningen) genoemde beheersverordeningen blijven gelden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels de regels van deze facetbeheersverordening voorgaan.
  • 2. Deze facetregeling ziet uitsluitend op de gezondheidsrisico's voor mensen en heeft niet tot doel de bestemmingen uit onderliggende beheersverordeningen te verruimen of verder in te perken.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti - dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

4.1 Verbod

In afwijking van het gestelde in de beheersverordeningen die zijn genoemd in Bijlage 1 bij deze regels is het gebruik van gronden en gebouwen voor geitenhouderijen, niet zijnde bestaande geitenhouderijen, en het bouwen ten behoeve hiervan niet toegestaan . Hieronder wordt in ieder geval begrepen:

  • 1. (nieuw)vestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een (agrarisch) bedrijf;
  • 2. het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij, door het aantal met één of meer geiten dat wordt gehouden te vergroten.
4.2 Omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan van het verbod in lid 4.1 afwijken met een omgevingsvergunning indien uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat gezondheidsrisico's voor de gezondheid van personen die verblijven in nabij gelegen functies, zijn uit te sluiten.
  • b. Het bevoegd gezag betrekt bij het al dan niet verlenen van de vergunning in ieder geval:
    • 1. de afstand van de geitenhouderij tot bestaande of geprojecteerde woonfuncties of andere gevoelige verblijffuncties;
    • 2. een advies van de GGD of andere onafhankelijke deskundige zo lang er geen algemene nieuwe inzichten zijn.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsregels bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van die verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
  • c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende verordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die verordening.
5.2 Overgangsregels gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die verordening.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het beheersverordening 'Facetregeling geitenhouderijen'.