1.1 aan huis verbonden bedrijf:
een dienstverlenend c.q. ambachtelijk bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.2 ambachtelijk bedrijf:
het bedrijfsmatig geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of het leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;
1.3 bed & breakfastaccommodatie:
het tegen betaling aanbieden van logies en ontbijt in of bij een bewoond pand;
1.4 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.5 bestaand:
het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
1.6 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.7 buitengebied:
de plangebieden van de geldende bestemmingsplannen 'Buitengebied' en de daarop betrekking hebbende partiële herzieningen en facetbestemmingsplannen;
1.8 dienstverlenend bedrijf:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten in de vorm van een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend bedrijf, alsmede schoonmaakbedrijven, wassalons, kappersbedrijven, schoonheidssalons, reisbureaus, apotheken, galerieën, fotoateliers en daarmee naar de aard gelijk te stellen bedrijven;
1.9 geldend plan:
de bestemmingsplannen en beheersverordeningen zoals opgenomen in artikel 3 Administratieve bepaling;
1.10 nevenactiviteit:
een economische activiteit die, gelet op de bestemming, niet als hoofdactiviteit kan worden aangemerkt;
1.11 niet-agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat niet is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, inclusief houtteelt, of het houden van dieren;
1.12 ondersteunende detailhandel:
ondergeschikte detailhandel, ter ondersteuning van de hoofdfunctie, waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie;
1.13 ondersteunende horeca:
ondergeschikte lichte horeca, ter ondersteuning van de hoofdfunctie, waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie. Het schenken van alcoholische dranken is hierbij niet toegestaan;
1.14 recreatief verhuren:
het tegen vergoeding beschikbaar stellen van een woning voor verblijfsrecreatie;
1.15 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoning van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, als dan niet in combinatie met elkaar;
1.16 verblijfsrecreatie:
het verblijf voor recreatieve doeleinden, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
1.17 verordening:
de facetbeheersverordening 'Harmonisatie Het Hogeland' met identificatienummer NL.IMRO.1966.bhvharmonisatie-ON01 van de Gemeente Het Hogeland;
1.18 verordeningsgebied:
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1966.bhvharmonisatie-ON01 met bijbehorende bestanden.
Artikel 2 Wijze van meten
Voor de wijze van meten wordt verwezen naar de wijze van meten van de geldende plannen.
Artikel 3 Administratieve bepaling
- de regels van deze facetbeheersverordening zijn van toepassing aanvullend op alle beheersverordeningen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van deze facetbeheersverordening in werking waren. In de bijlage is een lijst opgenomen van de geldende ruimtelijke plannen;
- voor het overige blijven de regels van de bovengenoemde ruimtelijke plannen onverminderd van kracht.
Artikel 4 Anti-dubbelteregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene gebruiksregel
5.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik
Onder strijdig als bedoeld in 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden voor:
- het recreatief verhuren, anders dan logiesverstrekking op de wijze van bed & breakfast, van een woning gedurende meer dan dertig dagen per jaar, tenzij recreatieve bewoning op grond van de geldende bestemming is toegestaan;
- het recreatief verhuren van een bedrijfswoning;
- een seksinrichting.
5.2 Aan huis verbonden bedrijf
(Bedrijfs)woningen en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen mogen worden gebruikt ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- degene die de activiteiten uitoefent moet tevens de (hoofd)bewoner zijn van de woning;
- de gezamenlijke vloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 50 m2;
- ondersteunende horeca en ondersteunende detailhandel is uitsluitend toegestaan voor zover dat verband houdt met het aan huis verbonden bedrijf;
- op de bij de betreffende woning behorende gronden vindt geen buitenopslag plaats van goederen ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf;
- in de omgeving van de betreffende woning treedt geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk op, met dien verstande dat:
- voor het parkeren ten behoeve en ten gevolgen van de bedrijfsactiviteit op eigen terrein of elders voldoende ruimte aanwezig is, en;
- behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaats vinden.
5.3 Bed & Breakfast
Het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bed & breakfast bij een (bedrijfs)woning is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- het aantal kamers bedraagt niet meer dan drie en voor in totaal zes personen, mits in combinatie met wonen of wonen ten behoeve van het bedrijf;
- in afwijking van sub a is het bestaande aantal kamers toegestaan als dat aantal meer is dan drie, waarbij per kamer twee personen zijn toegestaan;
- degene die de bed & breakfastactiviteiten uitoefent moet tevens de (hoofd)bewoner zijn van de woonfunctie;
- de bed & breakfast maakt deel uit van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en of is gevestigd in een (van de) vrijstaand(e) bijgebouw(en);
- de bed & breakfast mag door de bouwkundige opzet, indeling, maatvoering en voorzieningen niet functioneren als zelfstandige woning;
- het parkeren vindt uitsluitend plaats op eigen terrein of in de directe omgeving daarvan.
Artikel 6 Afwijkingsregels
6.1 Versterking na aardbevingsschade
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de maatvoering, geldend voor het te versterken gebouw, tot 20% en/of, voor zover het niet een agrarisch bouwperceel betreft, voor het maximaal 10 meter buiten het bouwvlak, maar binnen de bestemming te versterken gebouwen, in geval van:
- het herstellen en/of het bouwkundig versterken van beschadigde gebouwen als gevolg van de aardgaswinning;
- aardbevingsbestendige nieuwbouw van gebouwen;
mits:
- de totale oppervlakte van een (bedrijfs)woning inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 300 m2 of de bestaande oppervlakte indien deze legaal meer bedraagt;
- advies wordt ingewonnen van een onafhankelijke deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur;
rekening wordt gehouden met:
- de historisch gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande bebouwing;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden;
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling;
- voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
4 Overgangs- en slotregels
7.1 Overgangsrecht bouwen
- een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 7 lid 1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het artikel 7 lid 1 sub a met maximaal 10%.
- artikel 7 lid 1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
- het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in artikel 7 lid 2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- indien het gebruik, bedoeld in het artikel 7 lid 2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- het bepaalde onder artikel 7 lid 2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregels
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de facetbeheersverordening 'Harmonisatie Het Hogeland'.